Categorie archief: ATAX

ATAX in tijden van een pandemie

Ook in Senegal blijft het coronavirus verder uitbreiden. In het begin waren er slechts enkele geïmporteerde gevallen met hun contacten, maar nu zijn er ook meer en meer binnenlandse besmettingen. Bij de medewerkers van opvanghuis ATAX groeit de ongerustheid over het lot van de talibés (bedelkinderen) naarmate het aantal besmettingen toeneemt. Het zijn de meest ‘kwetsbaren’ die geconfronteerd worden met deze plaag.

De leefomstandigheden in heel wat daara’s (de verblijfplaatsen van de bedelkinderen) zijn zelfs in gewone omstandigheden al heel precair. Meestal ontbreekt het daar aan stromend water, elektriciteit, medicijnen, voedsel en de nodige hygiëne. Veel daara’s hebben ondertussen voedingswaren en desinfecterende middelen gekregen van de autoriteiten. De hoeveelheden zijn echter minimaal in vergelijking met het aantal kinderen dat verblijft in de daara’s. Men stelt wel vast bij de rongangen dat de solidariteit groeit tussen de talibés en de omstaanders: er worden meer maaltijden of losse voedingswaren gedoneerd.

Momenteel zijn de activiteiten in het opvanghuis ATAX opgeschort, in overeenstemming met de maatregelen die opgelegd werden door de Senegalese overheid. Noodgedwongen beperken we ons tot het sensibiliseren van de kinderen die nog langskomen en het uitdelen van zeep en javel. Onze grootste zorg is het beperken van de verplaatsingen van de kinderen. Niettegenstaande de maatregelen die opgelegd werden en alle samenscholingen verbieden, zien we toch nog veel bedelkinderen rondhangen aan de supermarkten. Begrijpelijk aangezien het voor velen de enige mogelijkheid is om wat eten bij elkaar te bedelen, maar gevaarlijk voor de verspreiding van het virus en de introductie ervan in de daara’s. Nog een probleem dat de strijd tegen het virus kan bemoeilijken, is de afwezigheid van water in bepaalde buurten van Dakar. Gelukkig heeft ATAX er in het verleden voor kunnen zorgen dat sommige daara’s werden aangesloten op het publieke waternet. Voor diegenen waarvoor dit niet het geval is (en voor al wie geconfronteerd wordt met de gebruikelijke onderbrekingen) zorgt de nood aan water opnieuw voor verplaatsingen en extra kosten.

De deuren van het opvanghuis blijven niet volledig gesloten: van tijd tot tijd passeren er toch nog enkele van onze jongeren, en steeds maken we van de gelegenheid gebruik om ze te sensibiliseren. We vragen hen om hun handen te wassen en proberen hen te steunen met enkele voedingswaren (suiker, melk, boter, …).

 

We delen ook mondmaskers uit die door de leerlingen van ons naaiatelier worden gemaakt. Ook het contact met de jongeren die opgeleid worden in het kader van het programma ‘Un talibé, un métier’ (‘Elke talibé zijn beroep’) wordt zo goed mogelijk onderhouden. Velen van hen hadden hun daara’s al verlaten en werkten op een van de vele bouwwerven in Senegal. Jammer genoeg staan nu ook veel van die werven in ‘Stand-by’, waardoor ze zonder inkomsten vallen en weer verplicht zijn om te gaan bedelen.

Onze jongeren verlangen terug naar de sfeer in het opvanghuis in pre-coronatijden.

Al bij al is de situatie in Senegal beter dan in de buurlanden, zoals Guinée Bissau, vanwaar veel talibés afkomstig zijn. Ze maken zich meer zorgen over de situatie van hun familie ginder dan over hun eigen penibele situatie. In ATAX proberen we de jongeren zoveel mogelijk te ondersteunen door hen te helpen om contact te onderhouden via onze computers. Inch’Allah, moge deze situatie vlug overgaan en hopelijk worden we verlost van dit virus.

Opbouw van een netwerk

Om de werking van onze projecten duurzaam te verankeren in de Senegalese maatschappij stimuleren we hen om samenwerkingsverbanden aan te gaan met andere organisaties. Zo brachten we tijdens onze bezoeken in Senegal ook al meerdere bezoeken aan andere projecten, samen met onze lokale medewerkers, om op die manier een lokaal netwerk uit te helpen bouwen. De afgelopen maanden nam Keita, de hoofdverantwoordelijke van het opvanghuis ATAX in Yoff, zelf enkele interessante initiatieven in dat verband.

Eerst liet hij ons weten dat hij had deelgenomen aan een vergadering van ASSOIMEC (Association d’Orientation Islamique et de Mémorisation du Coran), een vereniging van marabouts (koranleerkrachten) van meer dan 200 verschillende daara’s (koranscholen), die ijveren voor een verbetering van de manier waarop de Koran wordt onderwezen en voor de wijze waarop de leerlingen (talibés) worden behandeld. Als enige niet-marabout werd Keita verkozen als secretaris en kreeg hij de kans om de werking van ons opvanghuis ATAX uit te leggen. De wijze waarop we daar proberen om de talibés praktische dingen aan te leren voor hun verdere leven kreeg er veel bijval. Dit opent mogelijk de weg naar  samenwerking met nieuwe daara’s.

Daarna liet Keita weten dat hij in contact was gekomen met SMD (= Sénégal Moniouko Djaral, wat in het Wolof  wil zeggen ‘Senegal verdient onze inzet’). Dit is een lokale organisatie die zich bezig houdt met sociale huisvesting, opleiding en financiële ondersteuning van jongeren uit kansarme milieus. Sinds haar oprichting heeft ze al meer dan 10.000 studenten doorheen gans Senegal ondersteund. Ongeveer 3 maanden geleden hadden leden van SMD contact opgenomen met ATAX. Ze toonden veel interesse in het programma ‘Un talibé, un métier’ (of: ‘Elke talibé zijn beroep’) waarbij talibés tussen 12 en 25 jaar oud een vorming krijgen tijdens verschillende workshops om zo een beroep aan te leren. De daara’s (koranscholen) waar deze kinderen verblijven zijn immers niet opgenomen in het officiële onderwijssysteem. De meeste talibés leren er dan ook alleen maar de Koran van buiten opzeggen in het Arabisch zonder verder enige vorming (zelfs geen alfabetisering in het Arabisch waardoor ze meestal nog niet begrijpen wat ze leren). Zonder adequate vorming verlaten de jonge adolescenten dan de daara zodra ze de Koran van buiten kennen en vormen vervolgens een vogel voor de kat in de buitenwereld die ze enkel kennen van het bedelen.  Via de workshops in ATAX hebben ze dan alsnog iets om op terug te vallen om hun leven mee uit te bouwen.

Na overleg gaf de organisatie SMD aan ATAX de dossiers van 50 jongeren die wel al een zekere schoolervaring hebben maar die allemaal de school hebben verlaten omwille van hun moeilijke thuissituatie. Al deze jongeren komen van de wijk ‘Grand Yoff’, een wijk die de medewerkers van ATAX goed kennen aangezien heel veel van de talibés die de vormingen in ATAX bijwonen van een daara in die buurt afkomstig zijn. Grand Yoff is een van de moeilijkste wijken van Dakar. Het is een populair kwartier in het hart van de stad met ongeveer (geschat) 200.000 inwoners en vormt eigenlijk een afspiegeling van gans Senegal. Alle verschillende etnische groepen van het land zijn er vertegenwoordigd. Er zijn 7 grote moskeeën en 2 kerken, maar ook minstens 400 bars die (al dan niet clandestien) alcohol verkopen waarbij 1 politieman per 20.000 inwoners moet zorgen voor rust in de wijk. Het leven is er dus niet zo gemakkelijk.

Sinds half juli hebben de eerste 25 jongeren van de lijst van SMD zich aangesloten bij de vormingen in ATAX. Het team hoopt zo de contacten tussen de talibés en andere jongeren te bevorderen, en ook meer regelmaat te brengen in de aanwezigheid van de talibés (die niet zullen willen achterblijven op de andere jongeren). Alle jongeren hebben er voor gekozen om zeker de vorming ‘Multimedia’ te volgen (met aandacht voor informatica, videografie en het ontwikkelen van websites). Deze vorming zal ongeveer 8 maanden in beslag nemen waarna ze een getuigschrift krijgen en plaats maken voor de volgende jongeren op de lijst. Na het beëindigen van de vorming zullen ze beroep kunnen doen op een financiering door SMD om hun eigen project op te starten (micro-financiering). Momenteel kent de (multi)mediasector in Senegal een enorme ontwikkeling met de progressieve expansie van de filmindustrie, de grote verscheidenheid aan televisiezenders en series, de toename van reclameagentschappen en het opkomen van verschillende webplatformen zoals YouTube waar honderden jongeren er in slagen om met eigen kanalen geld te verdienen om te voorzien in hun levensonderhoud zonder enige andere ondersteuning.

De cursussen in ATAX hebben plaats van maandag tot vrijdag volgens een strikt schema waarbij iedereen wordt ingeschakeld (zie hieronder). Sinds het begin van de aangepaste vorming stelt men vast dat 95% van de jongeren ook steeds aanwezig zijn in de lessen. Samen met Afractie zal ATAX er dus naar blijven streven om jongeren te vormen. Zoals Keita al eerder opmerkte: in Senegal is er geen gebrek aan opportuniteiten en kansen maar we moeten er voor zorgen dat de jongeren gevormd worden om deze kansen te kunnen grijpen, ongeacht hun voorgeschiedenis.

In Memoriam: Clédor SOW, soldaat van ATAX.

De medewerkers van het opvanghuis ATAX, de leerlingen, de talibés (bedelkinderen) van de Daara’s van Bargny , van Thierno Boubacar in Grand Yoff , van Ouest foire , van Boune in Ouakam en de bestuursleden van Afractie  hebben de droeve taak om jullie het onverwachte overlijden te melden van  Clédor SOW, kok in het opvanghuis ATAX . Zijn dood was te wijten aan een nierfalen. Hij laat 4 kinderen achter: 1 zoon en 3 dochters, tussen 15 en 7 jaar oud.

Clédor Sow werd geboren in Dakar in 1961. Hij liep er school tot aan het vierde middelbaar. Reeds op zeer jonge leeftijd ontwikkelde hij zich tot een zeer getalenteerde voetballer. Zo kreeg hij de kans als junior om lid te worden van een van de meest prestigieuse ploegen van Dakar, Jeanne D’Arc. Daar was hij onder andere ploegmaat van Roger Mendy, die later nog speelde voor Paris Saint Germain en de nationale ploeg van Senegal. Professioneel trad hij toe tot het Senegalese leger, maar ook daar kwam zijn talent van pas en zo werd hij kapitein van de nationale militaire voetbalploeg ASFA waarmee hij deelnam aan de militaire wereldbeker.

In 1982 werd Clédor naar Libanon gezonden als lid van het Senegalese contingent UNO Blauwhelmen. Daar beleefde hij tussen 16 en 18 september de bloedbaden in het Palestijnse vluchtelingenkamp Shatila en de aangrenzende wijk Sabra in de Libanese hoofdstad Beiroet, waarbij tussen de 460 en 3500 slachtoffers vielen. Later kwam hij ook nog terecht in Duitsland waar hij een aanbod kreeg om bij een Duitse voetbalclub te komen spelen nadat hij goede testen had afgelegd. Jammer genoeg kreeg hij van zijn legeroversten geen toestemming om in Duitsland te blijven en moest hij dit aanbod dus afslaan.

Terug in Senegal nam hij na deze periode gedesillusioneerd afscheid van het leger. Hij ging spelen voor een Senegalees team en begon zich toe te leggen op een loopbaan als kok, een beroepsactiviteit die hij had opgepikt tijdens zijn tijd in het leger. Zo bracht hij verschillende jaren door in Guinée Bissau, een van de buurlanden van Senegal, waar hij beheerder werd van een groot hotelrestaurant. In juni 1998 moest hij echter alles achterlaten en het land ontvluchten als gevolg van de burgeroorlog die uitbrak na de militaire staatsgreep door brigadegeneraal Ansoumana Mané tegen het regime van  president João Bernardo Vieira.

Clédor werkte vervolgens in verschillende restaurants in Dakar tot hij zich in 2017 engageerde om te komen werken als kok in het opvanghuis ATAX. Daar groeide hij uit tot meer dan een kok. Aangezien heel veel van de talibés (bedelkinderen) die langskomen in het project afkomstig zijn uit Guinée Bissau, was Clédor dikwijls het best geplaatst om te kunnen converseren met deze kinderen in het Creools, de taal die het meest wordt gesproken in Guinée. Hij fungeerde ook als mentor voor de jonge talibés die konden ingeschreven worden in het voetbalcentrum (want dat bleef toch steeds zijn passie). Zijn opgedane levenswijsheid werd gedeeld met iedereen die er behoefte aan had. Zijn collega’s-medewerkers zullen hem altijd herinneren voor zijn serene houding, maar ook voor de kleine cadeautjes die hij dikwijls in petto had voor iedereen. Moge hij rusten in vrede!

PS: Het nieuws van het overlijden bereikte ons net voor onze bestuursvergadering op 08/08/’19 en kwam totaal onverwacht. Meteen werden we ook weer met onze neus op de feiten gedrukt: hoewel al onze medewerkers in ATAX aangesloten werden bij een verzekering zodanig dat de medische kosten toch al (gedeeltelijk) gedekt worden, bestaat er helemaal geen sociaal vangnet voor de familie die achterblijft. Zoals gebruikelijk in Senegal zijn het de vrienden en familie die zorgen voor de weduwe en de kinderen die nu zonder inkomen achterblijven. Het bestuur van Afractie besliste dan ook om, via ATAX, een gift te doen aan de familie van Clédor om het wegvallen van zijn eerstvolgende maandloon te compenseren.