Categorie archief: Le Coquetier Social

Klimaatactie in Le Coquetier Social

Op 27 augustus vertrok ondervoorzitster Nina op een bijzondere missie naar Senegal. Ze vergezelde Fien Vanongeval en Ewout Pollaris, 2 leden van Ingenieurs zonder Grenzen,  die werden uitgestuurd om de waterproblematiek in ons landbouwproject te bestuderen en aan te pakken. We hoopten zo eindelijk de impact van het wijzigende regenseizoen onder controle te kunnen krijgen.

Eerst en vooral maakten Fien en Ewout kennis met het terrein en de bewoners. Dwars doorheen het terrein loopt een wandelpad, dat twee dorpen met elkaar verbindt. Op de linkerkant van het terrein staan de kippenstallen, de moestuin en de fruitboomgaard. Dit stuk terrein is in het Oosten afgebakend door een haag vegetatie en in het Westen door een muurtje (om de waakhond op het terrein te houden en te vermijden dat veehouders met kuddes het terrein betreden).

De rechterkant van het terrein, aan de overkant van de wandelpad, is momenteel nog steeds nagenoeg onbruikbaar. Aan deze kant staat er (nog) geen omheining en vormen kuddes een bedreiging voor de geteelde groenten. Tijdens het regenseizoen staat het gebied bovendien bijna volledig onder water. Investeren in een omheining is enkel nuttig wanneer de overstroming onder controle kan worden gehouden. Het doel is om dit gebied optimaal te benutten voor bijkomende landbouwactiviteiten.

Na de eerste kennismaking werd de overstromingsproblematiek in kaart gebracht alsook de belangrijkste oorzaken. Die zijn vooral te vinden in de topografie van het terrein (hellend, waarbij ons terrein in een kom ligt waar het water stagneert), de samenstelling van de bodem (plekken met een verhoogde concentratie aan leem/klei partikels, waardoor het water minder snel infiltreert) en slib- en korstvorming (zowel fysisch, chemisch als biologisch).

Als eerste belangrijke maatregel werd begonnen met het graven van een waterretentie-dam. Aangezien een groot deel van de waterstagnatie op de rechterkant van het terrein een gevolg is van water dat afstroomt van hoger gelegen gebieden (en niet enkel van het regenwater dat valt), werd ervoor geopteerd om een waterretentie-dam te bouwen op de linkerzijde onderaan, waar het water op het terrein stroomt. Deze heeft als doel een deel van het regenwater en het afstromend water vast te houden om zo de stroomsnelheid te verlagen. Als het water minder snel stroomt, heeft het meer kans te infiltreren in de bodem. Bovendien houdt de retentie-dam al een grote hoeveelheid water vast, die niet op het rechter terrein kan komen. Ondanks de hoge temperaturen werd er fors gegraven door onze jongens, en de dam (een put van 3×3 m met een diepte van 2 m) kreeg snel vorm. Tegen volgend jaar zou hij ook nog verstevigde betonnen wanden moeten krijgen.

Om de korstvorming te verminderen en de waterinfiltratie nog verder te verhogen  werd geadviseerd om de hoeveelheid bodem organische koolstof te verhogen door het aanplanten van diep-wortelende vegetatie, zoals mango en papaya bomen, en vetiver grassen. Al de vegetatie die geproduceerd wordt, en niet dient voor menselijke consumptie, moet terug aan de bodem gegeven worden (op het veld laten liggen, niet afbranden of wegnemen). De eerste rij grassen werd alvast aangeplant. Daarnaast werden ook nog adviezen gegeven over verbeteringen aan het landbouwsysteem (intercropping, mulchen en verbeteringen aan het compost- en mestmanagement).

Bedankt Fien en Ewout voor jullie werk en advies! We kijken alvast met wat meer vertrouwen uit naar het volgende regenseizoen waar we zullen kunnen evalueren welk effect de genomen maatregelen zullen sorteren, en waar er eventueel nog verder moet bijgestuurd worden.

Vruchtbaar…

Een trouwe deelnemer aan onze actie “1 van de 200” vroeg onlangs “Hoe gaat het met mijn investering?”.  Wel Dirk, het gaat schitterend met je ‘investering’, zoals ondervoorzitster Nina met eigen ogen heeft kunnen vaststellen onlangs tijdens haar bezoek.
In Ndieguène hebben we twee ex-bedeljongens die ondernemer geworden zijn, keihard werken, gedisciplineerd zijn en alle investeringen onderhouden. Bovendien vragen ze niet liever dan uit te breiden en meer groenten te kweken, meer kippen te zetten en andere jongens op te leiden.  Ze zijn leergierig, allebei, en ambitieus, en het is hartverwarmend om te zien hoe ze hun eigen leven een andere wending geven.  Ze zijn nooit naar school gegaan, hebben geen papieren en beschikken over een enorme taalhandicap. Met andere woorden: allerlei praktische obstakels.  Maar wat een wilskracht en inzicht, en wat een mooie resultaten kunnen ze na amper 1 jaar al voorleggen.
Dat is het signaal dat we nodig hadden om verder te investeren.  En verder te werken aan de pijnpunten die er nog zijn: water en elektriciteit.
Thomas en Simon, twee jonge Belgische ingenieurs, brachten zopas een maand door in ons project Le Coquetier Social.  Dat deden ze in het kader van een missie van Students for Energy in Africa, de vzw die ons helpt bij het zoeken naar milieuvriendelijke en duurzame energieoplossingen.  Onze twee ingenieurs investeerden geld en tijd om iets te betekenen voor jongens ver weg.
Omdat de bouw van de windmolen twee jaar geleden werd afgebroken (repatriëring door Covid-19 …) lag er nog heel wat (duur) materiaal te wachten op afwerking. De tijd die Simon en Thomas hadden voor de afwerking was om praktische redenen beperkt. Na een evaluatie van de nog uit te voeren taken, werd beslist dat het riskant was om de geplande windmolen verder af te werken: er kwam immers nog heel wat lokaal vakmanschap aan te pas om de houten wieken de exacte vorm te geven die ze nodig hadden voor een goed rendement. Als daar ergens iets misliep met de planning bij de ‘onderaannemers’, was de windmolen nog steeds niet operationeel bij vertrek naar België.  Dat scenario moest kost wat kost vermeden worden.
Een nieuw plan kreeg vorm: alle elektrische componenten die reeds aanwezig waren, konden gebruikt worden voor een batterijbuffer die geladen wordt door zonnepanelen. Op die manier werd een heel groot deel van de reeds gedane investeringen gerecupereerd en kunnen alsnog stroompannes overbrugd worden.  Mede door de investering die we vorig jaar deden in een stevig dak was dit een goeie optie. Dus werd overgegaan tot de aanschaf van zonnepanelen. Het metaal dat had moeten dienen voor de piloon waarop de windmolen bevestigd zou worden, werd gebruikt om een frame te maken dat de panelen een optimale hoek tot de zon verschaft.
Ablaye en Ama zorgden gedurende het verblijf voor huisvesting en lekkere maaltijden.  Initieel werd een vertaler ingehuurd die ons zou helpen communiceren met de jongens en met andere lokale contacten.  Maar met het vervallen van de plannen voor de windmolen was het niet duidelijk of we van zijn diensten gebruik moesten maken.  We moesten immers geen onderhandelingen opstarten met schrijnwerkers etc, en bovendien, wat een feest: Ablaye en Ama hebben het voorbije jaar keihard hun best gedaan om op eigen houtje Frans te leren.  Bijna alle dagdagelijkse dingen konden vlot besproken worden zonder vertaler.  Heerlijke discussies, tot in de vroege uurtjes, over de meest diverse onderwerpen.  De gelegenheid voor beide partijen om heel wat te leren over elkaars cultuur (en om heel veel grapjes te maken en veel te lachen!).  Er werd een fijne band opgebouwd tussen de vier jonge mannen, en het is altijd zo heerlijk om dat te zien gebeuren. Het budget voor de vertaler werd gebruikt voor een dagje ontspanning (en zwemles 🙂), en voor een tandartsbezoek voor Ablaye en Ama (initiatief van Thomas en Simon, bedankt gasten!).  Zoals altijd: bij iedere uitgave kijken en nog eens kijken hoe het geld het best besteed kan worden.  
Bij terugkeer naar België was er zoals altijd weer een wensenlijstje. Prioriteiten zullen gesteld moeten worden over nieuwe investeringen.  Omdat de aanvoer van ééndagskuikens een probleem blijft, de prijzen voor kippenvoer enorm gestegen zijn en de prijzen voor vleeskippen benedenmaats zijn, gaan we (gedeeltelijk) overschakelen naar legkippen. Eieren kunnen in het dorp verkocht worden. De investering daar is de aanschaf van legklare kippen – een heel ander budget dan ééndagskuikens – en een iets steviger dak voor de stallen.  We willen ook graag een stukje verharding aanleggen zodat het zand wat meer uit de buurt van het huis blijft.  Een terrasje zal niet zoveel kosten maar zal het onderhoud van het huis een pak makkelijker maken.  Het zou heel fijn zijn als we de jongens, één voor één, een cursus van een paar maanden permacultuur konden laten volgen.  Daarvoor is het nodig om een derde ex-talibé jongen aan te werven die helpt met de dagelijkse zorg voor de kippen en de groentenplantage.  Zowel de cursus als de (tijdelijke) extra wedde vragen een investering.  Een duurzame oplossing moet gevonden worden voor het waterprobleem, want dat blijft het allergrootste obstakel voor groei van Le Coquetier.  Een geotechnische studie werd uitgevoerd en het ziet ernaar uit dat we een putboring moeten laten uitvoeren die tot 135 meter diep gaat.  En die 15.000 Euro zal kosten …
We proberen één en ander te sponsoren met subsidies die aangevraagd zullen worden maar al uw hulp is nog steeds welkom.
Doe dus zoals Dirk, en word “1 van de 200”.   Al jarenlang zijn we op zoek naar 200 donors die maandelijks 10 euro willen storten als ondersteuning van onze projecten.  Het levert tevens een fiscaal attest op.  Op dit ogenblik hebben we 59 dergelijke donors.  Als je een duurzaam initiatief wilt steunen, dat bijna de totaliteit van de steun rechtstreeks besteedt aan hulp ter plaatse, ben je bij Afractie aan het goeie adres.  Yes, you can 🙂

Le Coquetier is een talibé !

Talibes zijn er in vele soorten.  Letterlijk betekent talibé: een leerling, in dit geval van de Koran.  Degenen die in de doelgroep zitten van Afractie zijn jongens die op zeer jonge leeftijd (soms vanaf 4 jaar!!!) bij de ouders worden weggehaald om een leven op straat te beginnen, bedelend voor de meester die hen de Koran leert.  De ene koranmeester is al toleranter dan de andere. Sommigen zorgen zeer goed voor de jongens die ze onder hun hoede hebben, maar Afractie hoopt een waarde te zijn in het leven van hen die het echt niet getroffen hebben.  Dat de kinderrechten van de bedelende talibés geschonden worden is een feit dat we, eenmaal we het gezien hebben, niet meer kunnen vergeten.  Hoewel de studie van de Koran de kinderen zeker kan verrijken, en dat vaak doet, zijn er schrijnende tekorten op andere gebieden.  De maatschappij heeft de taak om zich het lot van deze kinderen aan te trekken.  Gebeurt dat niet, dan loopt het onherroepelijk fout.  Herhaaldelijk krijgen we verhalen van kinderen die het leven lieten.  Zo erg.
In de projecten die door Afractie ondersteund worden, proberen wij de jongens te oriënteren naar een beroepsleven dat hen bevrijdt van bedelen, uitbuiting, of zelfs criminaliteit. (Een kat in het nauw maakt rare sprongen …). Dat geeft hen een doel en nieuwe kansen.
In vele opzichten is ons landbouwproject Le Coquetier Social (LCS) een talibé. LCS verloor op zeer jonge leeftijd haar vader en bezieler.  Gelukkig stonden pleegouders klaar om het project groot te brengen tot het op eigen benen kan staan. In Afrika zegt men “it takes a village to raise a child”.  En zelfs een dorp is niet voldoende om LCS groot te brengen. Le Coquetier moest bedelen bij de wereld buiten het dorp.
Samen met het kind, groeien ook de (pleeg)ouders.  Dat is altijd zo.  Hoewel communicatie met Ablaye en Ama moeizaam verloopt, geven de jongens blijk van initiatief en volharding.  De lessen Frans waren nog maar net begonnen, en wij spreken geen Peul, Wolof of Creools, de drie talen die Ablaye en Ama spreken. Maar in het afgelopen jaar, waarin het bang afwachten was wat er zou gebeuren als we het project in handen lieten van de twee jongens die slechts een drie maanden durende opleiding kregen in LCS, gebeurde heel wat.  Het project werd een experiment, en een peiling naar het potentieel van jongens die op straat opgroeiden, bedelend, en die niet naar school konden om te leren lezen, schrijven, rekenen, .. en alle andere dingen die kinderen in de basisschool leren.  Ik kan me niet voorstellen hoe het moet zijn om op die manier in het leven te staan.
En wat blijkt.  Een gevaarlijke trap werd beveiligd, muren werden geschilderd, een druppelirrigatie werd aangelegd, tomaten werden aangeplant …  Oplossingen werden gezocht voor de problematische aanvoer van ééndagskuikens.  De jongens gingen bij de buren te rade om te kijken hoe ze groenten konden kweken.  De eerste tomatenoogst mag er ondertussen wezen! En met de nieuwe fiets die werd aangekocht kunnen die tomaten nu ook naar de markt gevoerd worden om verkocht te worden.
Beschikbaarheid van water blijft een probleem, maar we hebben er goede hoop in dat we dit jaar nog verbetering kunnen brengen in de situatie. We proberen het geld bij elkaar te krijgen voor een geofysische studie die dan moet aantonen welke de meest geschikte plaats is om een diepteboring te doen, op zoek naar water.  En als er water is, zal le Coquetier weer kunnen groeien en verder de weg afleggen naar het verwezenlijken van het potentieel dat er is, om uiteindelijk een sterk volwassen project te worden waar heel wat nieuwe straatkinderen ook de transformatie kunnen maken naar een onafhankelijk volwassen leven.