Alle berichten van Secretaris

Het nieuwe brousseproject groeit als kool!

Meekijken hoe een weekje in ‘Le Coquetier Social’ er momenteel uit ziet ? 

Zondag:  De tegellegger die af en toe praktijkles geeft aan de talibés in Dakar is naar Ndieguène gekomen om de keuken en de eerste slaapkamer te tegelen. Gelukkig kunnen we bij een buurman terecht voor water. Uit zijn put mogen we voldoende water halen om de werken te kunnen beginnen – en om de 200 kuikens van drinken te voorzien. De ezelkar is volgeladen met jerrycans. Hopelijk komt er binnenkort wel weer water uit de kraan? We wachten in spanning tot er ook in onze eigen waterput water staat. De opdracht tot het graven werd gegeven in oktober en was de eerste prioriteit. Zonder water kunnen we immers helemaal niets  beginnen. Om cement te maken is water nodig, om kippen te kweken is water nodig, om uien te planten is water nodig …  en natuurlijk heeft ook Top, die sinds januari in Ndieguène woont, water nodig om te koken, zich te wassen etc. Vorige week nog werd een meter extra uitgegraven door de nieuwe ploeg putgravers. De vorige ploeg had er om onbekende redenen de brui aan gegeven. Het verder uitgraven is niet simpel en gebeurt volledig met de hand. Een werkman daalt met een touw af in de put, vult er emmers met zand en een helper haalt die naar boven. Telkens een meter gegraven werd, moeten de wanden bezet worden met beton zodat de put niet kan instorten.

Steeds weer stoten we op nieuwe problemen: de bodemlaag, de aannemer, financiële problemen…  . Het is voor ons, Belgen, niet mogelijk om te begrijpen waarom de put nog steeds niet af is. Het Senegalees ritme is niet te vergelijken met onze gestroomlijnde efficiëntie.  Anderzijds : burn-outs,  depressies en onevenwicht tussen werk/privé zijn hier niet direct een groot probleem. Iedereen begrijpt dat je niet kunt komen werken als je vanmorgen geen geld had voor de bus of taxi, als je vrouw moet bevallen, als je naar een begrafenis moet van iemand die gisterenavond is overleden, als je even beschikbaar moet zijn om eten te brengen aan een familielid dat in het ziekenhuis ligt of als je zelf ziek bent.

Maandag: Vandaag gaat Top naar Dakar. Anderhalf uur in een taxi-brousse.  Hij moet geld afhalen bij de bank en twee reservoirs kopen om water in op te slaan. Sinds drie weken is het leidingwater maar zeer sporadisch beschikbaar dus is het aangeraden om een voorraad op te slaan in een makkelijk te gebruiken recipiënt: een gesloten vat van 200 liter met een kraantje. Zo kunnen de muggen geen eitjes leggen in het water en is het makkelijker om een keteltje te vullen voor de thee.
Dinsdag: Nog steeds geen water uit de kraan. Vandaag komen de putgravers verder graven. We zitten nu op 22m diepte en nog steeds is er geen geen water te zien. Het uitgegraven zand is wel al vochtig en dus hopen we echt dat er weldra water zullen kunnen gebruikt worden uit onze eigen put.
Donderdag: De schrijnwerker is gekomen. Er is hout gekocht zodat er schabben gemaakt kunnen worden in de keuken en een rekje om wat spullen in te zetten. Tot nu toe stond alles in kartonnen dozen op de grond. De keuken ziet er een stuk beter uit nu ze betegeld is en er opbergruimte is. Zodra we water hebben in de put kunnen de eerste talibés aan de slag om een vak te leren. Tot die tijd doet Top alles zelf: water halen, kuikens verzorgen, klanten zoeken, bouwmaterialen aankopen, de werken coördineren en klanten zoeken voor de eerste lading kuikens die bijna slachtklaar is.
Vrijdag: er wordt een vrachtwagen zand geleverd. Ook de mal die we aankochten om zelf stenen mee te maken, en de zakken cement zijn geleverd. Onmiddellijk wordt gestart met het maken van een lading stenen. Ze zullen dienen om een tweede kippenstal te bouwen want binnen een maand hopen we te kunnen starten met legkippen. Maar zoals altijd …  eerst moet er water in die put staan!!  Morgen komen de putgravers nog een meter uitdiepen.
Zondag: Spannend! Een mogelijke klant wil langskomen om te kijken naar de eerste lading kuikens. Ze zijn nu een maand oud en normaal gezien worden vleeskuikens geslacht op 6 weken. De klant komt alvast kijken naar de kwaliteit van onze productie. Het resultaat bevalt hem, en hoewel de kuikens niet volgroeid zijn, koopt hij onmiddellijk 120 kuikens. Bovendien betaalt hij er een goede prijs voor (die hoger ligt dan we hadden gebudgetteerd). Triomf!  De eerste groep kuikens was immers een proefproject: er moest uitgetest worden of de stal geschikt was, of de ééndagskuikens die we kochten van goede kwaliteit zijn, of de leverancier van het kippenvoer ons goede kwaliteit geleverd heeft, en vooral: of Top een volleerde kippenkweker is die de job kan aanleren aan onze straatjongens. Het businessplan rekent op een uitval van 5 %, wat je normaal mag verwachten na de aanschaf van ééndagskuikens.  Bij deze eerste lading stierven 3 kuikentjes op de dag dat ze geleverd werden: dus een uitval van slechts 1,5 %.  120 kuikens werden verkocht, de overige 77 mogen verder aandikken en worden dan in de komende weken verkocht.  Geslaagd met vlag en wimpel: de kippenkwekerij heeft het potentieel om heel wat kinderen een opleiding te geven en om een stukje budget te genereren om het opvanghuis in Dakar mee te ondersteunen.

Show me the money?!

Bij Afractie gaan we er prat op om zo transparant mogelijk te werken. Vandaar dat we onze financiële toestand niet alleen toelichten op de Algemene Vergadering aan onze leden maar dat je die de voorbije jaren ook kon vinden op de website van Donorinfo.be (na een nauwgezette controle door een beëdigd boekhouder). Aangezien deze website er binnenkort mee ophoudt willen wij jullie informeren via deze weg.

Het voorbije boekjaar 2018 bereikten we opnieuw een mijlpaal. Voor het eerst slaagden we erin om meer dan € 50.000,00 steun te verlenen aan onze projecten in Senegal. In detail: er ging € 30.000,00 naar het opvanghuis ATAX in Dakar, € 14.435,00 naar opvanghuis Djar Djal in Thies en er werd al € 7.575,00 geïnvesteerd in de opstartkosten voor ons nieuwe project in Ndieguène, ‘Le Coquetier Social’.

Het geld in de opvanghuizen wordt o.a. gebruikt voor het betalen van de huur, de lonen van de plaatselijke medewerkers, de facturen van de nutsvoorzieningen (water, elektriciteit en internet), de kosten voor ontbijt en middagmaal voor de bedelkinderen, voor de medische verzorging en het lesmateriaal. Bij Djar Djal komt het geld niet alleen ten goede van het opvanghuis in Thies, maar wordt het ook gebruikt voor het voetbalproject ‘Sport pour tous’ in Grand Mbour en voor de ondersteuning van schoolgaande kinderen in Mbour en Mandera.Naast deze uitgaven voor onze projecten in Senegal hadden we zelf ook nog enkele kosten. Zo werd er € 3.229,12 gespendeerd voor de organisatie van onze activiteiten (quiz, paella-avond, aankopen van materiaal in Senegal voor onze verkoopstand, …) en was er daarnaast € 719,63 nodig voor de administratie en werkingskosten (=1,3% van onze totale uitgaven, ruim onder de 20% die grote organisaties soms bereiken!). Bij deze kosten zijn vooral de uitgaven voor onze vrijwilligersverzekering (€ 389,98) en de hosting van onze website (€ 111,93) belangrijk. De rest gaat op aan bankkosten, telefoonkosten en postzegels voor het verzenden van de fiscale attesten. Alle medewerkers van Afractie werken vrijwillig, zonder kosten.

Het geld voor alle uitgaven verzamelden we in essentie op 4 manieren. In de eerste plaats via de jaarlijkse lidgelden (€ 505,00), via giften (€ 19.457,64), subsidies (van het 4de Pijlerpanel, Mechelen en de provincie Antwerpen, samen goed voor € 7.940,00) en de organisatie of deelname aan verschillende activiteiten (€ 17.337,33). Bij deze activiteiten is vooral onze deelname aan de Student Kick-Off in Gent een belangrijke bron van inkomsten (€ 5.184,44).

De aandachtige lezer (die tevens een beetje kan tellen) stelt vast dat we 2018 met een belangrijk deficit hebben afgesloten (vooral te wijten aan de extra uitgaven om ons nieuw project op de rails te zetten). Gelukkig is Afractie een gezonde organisatie en hebben we de voorbije jaren genoeg kunnen sparen om die sprong te wagen. Alle hulp blijft natuurlijk welkom. Op onze website ziet u op welke manieren u ons kan helpen (en dat is niet alleen financieel; ook door als vrijwilliger te komen helpen op onze activiteiten steunt u onrechtstreeks onze projecten in Senegal).

Op bezoek bij Djar Djal in Thiès.

Het is een drukke ochtend als we op vrijdag 28/12/’18 op bezoek gaan bij Djar Djal in Thiès. Verschillende groepen talibés komen zich ontspannen en wat eten in het project. Nieuwsgierige blikken alom, zeker als je de smartphone bovenhaalt. Gewillig poseren de talibés voor een fotoshoot. ’t Is toch steeds een contrast tussen de vrolijkheid en de uitgelatenheid van de kinderen en het weten dat hen praktisch alle kinderrechten worden ontzegd.

In een gesprek met Pape Omario Lo, de verantwoordelijke en monitor van het project, polsen we naar een stand van zaken. De kinderen komen van drie daara’s in de buurt van Thiès. Als ze in het project aankomen, hebben ze dikwijls al uren gestapt en gebedeld. In het project is er ruimte voor sport en spel, kunnen ze hun hart luchten, krijgen ze verzorging en ondersteuning. Het project krijgt stilaan meer bekendheid, ook in de buurt. Er zijn buurtbewoners die bijvoorbeeld elke dag 2 stokbroden brengen voor de talibés. Of zorgen voor de traditionele ‘lach’ op vrijdag, een gierstmaaltijd met yoghurt. Er is dus vanuit de lokale gemeenschap ondersteuning van de kinderen, veelal in de vorm van giften en aalmoezen, maar er wordt nog steeds zeer weinig gedaan aan de structurele aanpak van het probleem. Er zijn wetten, maar die worden niet toegepast… In elk geval betekent het project een safe house voor de kinderen. Ze weten waar ze terechtkunnen als ze in nood zijn en hulp nodig hebben. Dit is al een heel belangrijk gegeven. We kunnen op die manier toch al het verschil maken voor veel van deze kinderen.

Ibrahima, de ex-talibé die sinds een tijdje in het project verblijft, stelt het goed. Hij wordt opgeleid als kleermaker bij een couturier in de stad. Dankzij het project beschikt hij zelf ook over een naaimachine. Hij maakt al eigen ontwerpen en heeft ondertussen zelf een aantal klanten. Zijn leraar ondersteunt hem in zijn opdrachten. Zijn ontwerpen post hij regelmatig op Facebook. Hij maakt die van allerlei overschotjes van textiel. Hij is erg gedreven om er iets van te maken. Hij is fier op zijn ontwerpen en straalt dit ook uit. Afspraak met Ibrahima is dat hij nog een tijdje bij Djar Djal kan verblijven. Tot hij op eigen benen kan staan. Hij heeft ondertussen ook een belangrijke rol in het project. Hij helpt Pape met de opvang van de talibés vooraleer hij naar zijn werkplaats gaat. Hij helpt het huis en de tuin te onderhouden. Op zondag komen zijn vrienden (ex-talibés) samen in het project. Het vormt zowat zijn surrogaat-familie. Zijn echte familie woont immers in Guinée-Conakry.

Net zoals bij ATAX in Yoff met hun programma ‘Un talibé, un métier’ (of: ‘Elke talibé zijn beroep’) wil men in Djar Djal graag verder werken aan mogelijkheden om ex-talibés te vormen en op te leiden om hen betere kansen te bieden op de arbeidsmarkt, maar hen ook te leren om zelf een bedrijfje op te zetten. De economische situatie in Senegal is immers zodanig dat er weinig jobs zijn voor heel wat potentiële kandidaten. Het is dan zaak om zelf werk te creëren. Dit is uiteraard makkelijker gezegd dan gedaan, maar toch worden er in Senegal door heel wat jongeren interessante initiatieven genomen. Die initiatieven krijgen dan navolging. Zo zijn jongeren bezig met het kweken van kippen of ze starten een klein tuinbouwbedrijfje op.

Djar Djal wil dit stimuleren. De association heeft een stuk landbouwgrond in de gemeente Notto op een 8-tal km van Thies ter beschikking. Het terrein ligt in een vruchtbare, makkelijk toegankelijke landbouwzone. De grondwaterlaag is niet diep. Doel is om een kleinschalig gemengd tuinbouwbedrijf op te starten dat enerzijds financiële middelen genereert maar anderzijds ook (ex-)talibés de kans biedt om mee te werken in het bedrijf om op die manier de stiel te leren. Op jaarbasis kunnen 5 (ex-)talibés op die manier een opleiding volgen. Van zodra ze zelfstandig een bijdrage leveren aan het werk, ontvangen ze een beperkte vergoeding. Djar Djal voorziet verder een tussenkomst in de transportkosten. Er wordt gefocust op het telen van uien en pepers. Daarnaast worden er vleeskippen gekweekt. Ondertussen is het terrein omheind, is er een gebouw geplaatst om de vleeskippen te kweken en is er ook een gebouw gezet voor overnachting. De rest van het terrein is ontdaan van onkruid ed. Er zijn bomen geplant en struiken. Er is een ‘business plan’ opgesteld met een detail van kosten en mogelijke winstmarge. Djar Djal zorgt voor de grond en de infrastructuur op het terrein, Afractie voorziet een opstartkost voor de opstart en de vergoeding voor de ex-talibés die opgeleid worden in het project. Het terrein is klaar voor gebruik. Een eerste lading kuikens wordt binnenkort verwacht.