Categorie archief: Le Coquetier Social

Le Coquetier is een talibé !

Talibes zijn er in vele soorten.  Letterlijk betekent talibé: een leerling, in dit geval van de Koran.  Degenen die in de doelgroep zitten van Afractie zijn jongens die op zeer jonge leeftijd (soms vanaf 4 jaar!!!) bij de ouders worden weggehaald om een leven op straat te beginnen, bedelend voor de meester die hen de Koran leert.  De ene koranmeester is al toleranter dan de andere. Sommigen zorgen zeer goed voor de jongens die ze onder hun hoede hebben, maar Afractie hoopt een waarde te zijn in het leven van hen die het echt niet getroffen hebben.  Dat de kinderrechten van de bedelende talibés geschonden worden is een feit dat we, eenmaal we het gezien hebben, niet meer kunnen vergeten.  Hoewel de studie van de Koran de kinderen zeker kan verrijken, en dat vaak doet, zijn er schrijnende tekorten op andere gebieden.  De maatschappij heeft de taak om zich het lot van deze kinderen aan te trekken.  Gebeurt dat niet, dan loopt het onherroepelijk fout.  Herhaaldelijk krijgen we verhalen van kinderen die het leven lieten.  Zo erg.
In de projecten die door Afractie ondersteund worden, proberen wij de jongens te oriënteren naar een beroepsleven dat hen bevrijdt van bedelen, uitbuiting, of zelfs criminaliteit. (Een kat in het nauw maakt rare sprongen …). Dat geeft hen een doel en nieuwe kansen.
In vele opzichten is ons landbouwproject Le Coquetier Social (LCS) een talibé. LCS verloor op zeer jonge leeftijd haar vader en bezieler.  Gelukkig stonden pleegouders klaar om het project groot te brengen tot het op eigen benen kan staan. In Afrika zegt men “it takes a village to raise a child”.  En zelfs een dorp is niet voldoende om LCS groot te brengen. Le Coquetier moest bedelen bij de wereld buiten het dorp.
Samen met het kind, groeien ook de (pleeg)ouders.  Dat is altijd zo.  Hoewel communicatie met Ablaye en Ama moeizaam verloopt, geven de jongens blijk van initiatief en volharding.  De lessen Frans waren nog maar net begonnen, en wij spreken geen Peul, Wolof of Creools, de drie talen die Ablaye en Ama spreken. Maar in het afgelopen jaar, waarin het bang afwachten was wat er zou gebeuren als we het project in handen lieten van de twee jongens die slechts een drie maanden durende opleiding kregen in LCS, gebeurde heel wat.  Het project werd een experiment, en een peiling naar het potentieel van jongens die op straat opgroeiden, bedelend, en die niet naar school konden om te leren lezen, schrijven, rekenen, .. en alle andere dingen die kinderen in de basisschool leren.  Ik kan me niet voorstellen hoe het moet zijn om op die manier in het leven te staan.
En wat blijkt.  Een gevaarlijke trap werd beveiligd, muren werden geschilderd, een druppelirrigatie werd aangelegd, tomaten werden aangeplant …  Oplossingen werden gezocht voor de problematische aanvoer van ééndagskuikens.  De jongens gingen bij de buren te rade om te kijken hoe ze groenten konden kweken.  De eerste tomatenoogst mag er ondertussen wezen! En met de nieuwe fiets die werd aangekocht kunnen die tomaten nu ook naar de markt gevoerd worden om verkocht te worden.
Beschikbaarheid van water blijft een probleem, maar we hebben er goede hoop in dat we dit jaar nog verbetering kunnen brengen in de situatie. We proberen het geld bij elkaar te krijgen voor een geofysische studie die dan moet aantonen welke de meest geschikte plaats is om een diepteboring te doen, op zoek naar water.  En als er water is, zal le Coquetier weer kunnen groeien en verder de weg afleggen naar het verwezenlijken van het potentieel dat er is, om uiteindelijk een sterk volwassen project te worden waar heel wat nieuwe straatkinderen ook de transformatie kunnen maken naar een onafhankelijk volwassen leven.

Top & Ablaye: opvolging verzekerd.

Ablaye zwierf al vele jaren, sinds hij acht jaar was, bedelend door de straten van Dakar. Hij kwam regelmatig in ons project ATAX voor ontbijt, medische zorgen, of gewoon om te douchen en te chillen. Hij had een goede band met Top, die op dat ogenblik de kok van ATAX was, en dus leerde Top hem gaandeweg een paar gerechten maken. Maar Top verhuisde naar Ndieguène, en startte er ons landbouwproject “Le Coquetier Social” op. Ablaye bleef in Dakar om in opdracht van zijn marabout te bedelen.
De jaren gingen voorbij. Ablaye werd te groot om succesvol te bedelen, en kon dus niets meer betekenen voor zijn marabout. Het begin van een vrij en zelfstandig leven, ver weg van zijn familie die in buurland Guinée woont en zeer arm is. Hoe begin je aan je jong volwassen leven als je nooit naar school ging, geen thuis hebt, en niet weet hoe aan geld te geraken om te overleven? Dat is de vraag die alle talibés bezig houdt, en ook ons bij Afractie. Dat is de reden waarom we workshops organiseren in ATAX, en waarom we landbouwopleidingen geven in Le Coquetier. Een kans op een waardige toekomst, zonder uitbuiting.
Via ATAX hoorde Ablaye van de kansen in Ndieguène en dus vervoegde hij op 3 januari van dit jaar ons team in Le Coquetier.  Het lijkt alsof het gisteren was. Top was op dat ogenblik al ernstig ziek. Hij werd geholpen door Ndiaga, die het zwaardere werk deed en af en toe ook bleef logeren. Hoewel Ablaye ambities had om elders meer geld te verdienen, zag hij dat zijn aanwezigheid in Le Coquetier zou zorgen voor meer comfort en hulp voor Top. Dus engageerde hij zich voor een leertraject van 6 maanden.  Dat zou nu, einde juni, afgelopen zijn.
En toen, op 19 maart, stierf Top.  Na zijn overlijden kwamen wat dingen aan het licht die ons noodzaakten afscheid te nemen van Ndiaga. En daar stond Ablaye, plots helemaal alleen in het project. Zonder zaakvoerder moesten we beslissen wat er met Le Coquetier zou gebeuren. Iemand nieuw aanwerven? Een onbekende dus …  Het project stopzetten?   Geen optie! De beslissing was dringend, en dus werd de knoop ook snel doorgehakt: we namen het enorme risico om Le Coquetier aan Ablaye toe te vertrouwen. De jongen die nog maar net in zijn leerproces zat, ijverig zijn best deed om te leren lezen en schrijven en Frans te leren, die probeerde onder de knie te krijgen hoe de zorg van dagkuiken tot slachtkip verloopt, welke medicatie gegeven moet worden en wanneer en hoe je met kopers omgaat, waar en hoeveel en welk voer je moet bestellen …  en dat allemaal terwijl we in een omschakeling zaten naar groententeelt, nog een heel vak om te leren.  We vroegen ons in alle ernst af: kunnen we dit vragen van Ablaye?   Kunnen we hem zoveel verantwoordelijkheid in de schoot werpen?  Inmiddels is Nina weer in België, maar ze heeft de eerste drie maanden van dit jaar in Ndieguène doorgebracht en gezien hoe die jongen redeneert, hoe snel hij bijleert. We moesten het erop wagen. Per slot van rekening is dit waar we voor staan: veelbelovende jongeren de kans geven hun leven in eigen handen te nemen.
Het dorp en de entourage beloofden hem te helpen en met raad bij te staan. En Ablaye? Die was dapper genoeg om de challenge aan te gaan.
Communicatie blijft moeilijk, want zijn Frans staat nog in de kinderschoenen. Maar plots krijgt Nina soms een foto toegestuurd, een berichtje met een paar woordjes. Hoewel het soms gissen is wat hij vraagt of zegt, zijn we enorm trots op de evolutie van die jongen. Hij neemt initiatief, heeft zelf gekozen dat Ama, die vorig jaar in het project een opleiding genoot, hem gezelschap houdt en samen werken ze aan hun toekomst.
Vorige week kreeg Nina het bericht dat er kippen stierven. En de dag erna nog. Dertien op één dag. Paniek, en de frustratie van een communicatie die nauwelijks werkt. Nina zat zich hier af te vragen wat er fout kon gegaan zijn. Te veel eten? Te weinig eten? Niet genoeg water? Te warm? Een ziekte ?
Ablaye heeft het zo opgelost: hij nam een dode kip, riep een taxi, en ging naar de dierenarts in naburig stadje Bayakh.  Bravo!
Nina hoorde niets meer, tot ze een berichtje kreeg van Keita, de verantwoordelijke van ATAX. In een telefoongesprek had Ablaye hem gezegd dat de medicatie helpt en de kippen weer helemaal gezond zijn. Van Ablaye kreeg ze foto’s van geoogste groenten: uien, paprika, gombo, en ook foto’s van de fruitboompjes die in de Memorial Boomgaard voor Top geplant zijn.  Bananenboom, papaya’s, citroenbomen: alles groeit. Hier nogmaals onze dank voor alle mensen die een boompje sponsorden uit respect voor Top en het werk dat hij begonnen is. Het is een mooie en heel symbolische manier om te tonen dat hij nog steeds aanwezig is.
Het zal nog even duren voor de opbrengst van Le Coquetier voldoende zal zijn om zelfvoorzienend te zijn en om er meer talibés aan het werkt te zetten, maar de evolutie is zeer hoopgevend. Er zullen nog kinderziektes zijn en problemen waaruit geleerd kan worden, zowel voor Ablaye als voor ons, maar wat een kerel, chapeau! Meer bevestiging dat ons project koste wat kost moet voortgezet worden, hebben we niet nodig. De opvolging lijkt meer dan verzekerd.

Flexibiliteit: een noodzaak bij ontwikkelingshulp

Twee jaar geleden ging ‘Le Coquetier Social (LCS)’ van start. Onze ondervoorzitster Nina, die dit project van heel dichtbij opvolgt, mijmert over verleden en toekomst:

Hoe begin ik eraan om ons project nog te beschrijven ? Het is danig geëvolueerd sinds de start twee jaar geleden, met heel veel veranderingen op heel korte tijd.  Dat komt voornamelijk omdat de omstandigheden ons steeds dwingen om kort op de bal te spelen.   We begonnen aan dit avontuur met veel goede moed, een excellente voorbereiding en (uiteindelijk) weinig kennis van de context waarin we zouden terechtkomen.  Hoewel we een zeer goed bestudeerd businessplan maakten voor de opstart, waren er dusdanig veel onbekende factoren die ons pad kruisten dat creatief en flexibel omgaan met de realiteit noodzakelijk bleek.

Het uitgangspunt was steeds: we doen een serieuze investering die zowel opleidingsmogelijkheden creëert voor adolescente talibés als ons toelaat om inkomsten te vergaren in Senegal zelf om zo de projecten ter plaatse te ondersteunen. Ze kunnen immers niet altijd afhankelijk blijven van financiën uit België, en daarom was een gewaagde sprong nodig. Een sociaal landbouwproject leek een evidente keuze.

In Dakar is er weinig oppervlakte en die is duur, dus we moesten uitwijken naar het platteland. Op een stuk grond dat ons ter beschikking gesteld werd, bouwden we een eenvoudige woonst. Deze zou huisvesting bieden aan Top, die het project zou leiden, en aan enkele talibés die meer wilden dan enkel de workshops in Dakar.  De stagiairs zouden gedurende hun opleiding logeren in het project en er maximum 6 maanden al doende leren.  Ook in Dakar leerde Top de kinderen al kippen kweken, en degenen die interesse hadden zouden de materie in de praktijk volledig kunnen onder de knie krijgen. Kippen kweken dus, dat gingen we doen. En misschien nog wat landbouw, want er was nog ruimte over en de twee gaan goed samen.   Het was de bedoeling zes stallen te zetten, drie voor vleeskippen en drie voor legkippen.

Twee jaar later kijken we terug op de obstakels die we op onze weg vonden (tot nu toe …).  En die vergen veel creativiteit om er een succesverhaal van te maken (maar we zijn goed op weg).

Het eerste obstakel, waar we ons niet aan verwacht hadden, is de beschikbaarheid van de doelgroep die we wilden helpen. In realiteit bleek het heel moeilijk om de talibés vrij te krijgen van hun marabout.  Iedere jongen die ingezet kan worden om te bedelen is een kapitaal, en dat geven ze niet graag zo maar af.  De jongens schuimen de straten af op zoek naar de dagelijkse som die de marabout van hen eist.  Ze worden zeer streetwise en creatief, maar een opleiding die hun voorbereidt op de toekomst krijgen ze niet.  Vroeg of laat moet de marabout de jongens loslaten.  Maar dan is het hun eerste prioriteit om op zoek te gaan naar hun familie. Daarvoor moet geld verdiend worden want meestal woont de familie in Guinée, een armer buurland, en de reis is niet gratis.  Dus gaan de jongens aan de slag daar waar weinig kennis, maar vooral veel spierkracht gebruikt kan worden.  Meestal werken ze op bouwwerven.  Gewiekste mannen ronselen hen om stenen, zand en water aan te dragen, of om vrachtwagens te lossen die cementzakken van 50 kg leveren. Het geld wordt zo goed mogelijk gespaard om de reis naar ‘huis’ te bekostigen. De jongens slapen op de grond in kraakpanden, zonder water, elektriciteit, ..  en werken hard overdag.  De eerste centen gaan meestal naar een gsm. Zo kunnen ze terug in contact komen met de familie die ze vele jaren geleden verlieten, geronseld door een gewiekste marabout die een mooi verhaal schilderde over de kansen van de jongens in het hiernamaals want hij zal ze de koran leren.  Welk lot hun kinderen echt te wachten staat weten veel ouders niet.

Ook de mensen die de talibés aanwerven als dagloner, willen vaak hun graantje meepikken.  Wie ons al een tijdje volgt herinnert zich Omar, een zeer veelbelovende talibé, die gedurende drie maanden ‘vrijgelaten’ werd door zijn marabout.  Hij kwam bij ons in de leer, maar opeens had de marabout hem terug nodig en hij moest terug naar de man die zijn wettelijke voogd is.  Terug bedelen, maar vroeg of laat zou hij vrijkomen, want al te oud om nog efficiënt te zijn in het aalmoezen bedelen.  Uiteindelijk kwam Omar definitief vrij.  Hij wist dat er hier in Le Coquetier een plaats was voor hem, maar … wij geven kost en inwoning en zakgeld, en Omar dacht dat hij beter geld kon verdienen in Dakar.  Dan naar Guinée om de familie terug te vinden, en identiteitspapieren in orde te maken.  Omar heeft hard gewerkt in Dakar. Hij is al zes weken aan het wachten op het geld dat hij verdiend heeft.  De uitbuiting gaat verder: er is altijd wel een reden waarom hij het niet krijgt; en wat gaat hij doen?  Hij heeft niet de Senegalese nationaliteit en heeft geen enkele manier om druk te zetten op de man die hem heeft laten werken.  Hij kan niet naar de politie gaan.  Gewoon vriendelijk blijven en geduld hebben.  Ondertussen moet hij het weinige geld dat hij al had opdoen aan eten. Ik wil hem naar hier halen, zodat hij tenminste terug een bed heeft, drie maaltijden per dag, douche, toilet .. en de magere wedde die we kunnen betalen.  Maar Omar zegt dat zijn kans op het verdiende geld in Dakar verkeken is als hij er niet aanhoudend naar blijft vragen.  Uiteindelijk vraag ik om welke som het gaat.  50,000 cfa, zo’n 75 euro …   Het onrecht blijft maar duren.

Het tweede obstakel is de waterschaarste.  Er werd ons gezegd dat we een waterput konden graven. Er werd ons gezegd hoeveel die ongeveer zou kosten en hoe lang het zou duren om hem te graven.  Op 15 meter diepte zouden we water in overvloed kunnen vinden.  De realiteit was anders.  We zitten ondertussen op ruim 40 meter diepte, de kosten zijn het vijfvoudige van wat ons gezegd werd, en er is altijd wel iets. Gelukkig volstaat de huidige opbrengst van de put voor de kippen en het stukje landbouw dat we al aanlegden.  Op dit ogenblik worden er stenen gemaakt voor een omheining rond het domein.  Ik herinner me dat we vorige keer ezelkarren moesten inhuren om ergens water te gaan halen om de cement mee te maken. Dat behoort gelukkig tot het verleden.  Uit een put van 40 meter haal je geen water met een emmer.  We hebben een pomp, en zolang er elektriciteit is, hebben we dus water. Wie Senegal kent zal nu misschien eens goed lachen.  Tussen de stroompannes door is er water, geweldig!  (Ja, goed geteld.  Obstakel drie: elektriciteitspannes.)

Vierde obstakel:  o jee, durf ik het woord nog uitspreken? Jep.  Corona, Covid 19 ..  We gaan even verder op het onderwerp van de elektriciteit.  Obstakels zijn er om te overwinnen.  Manfred had het lumineus idee om ‘Students for Energy in Africa’ te contacteren.  Dat is een vzw die studenten helpt hun masterproef te doen in Afrika waar ze energieproblemen gaan oplossen.  En ja hoor: Thomas en Kristof begonnen een goed jaar geleden met frisse moed aan het ontwerpen van een windmolen.  In combinatie met een paar vrachtwagenbatterijen zou die ervoor zorgen dat stroompannes opgevangen werden zodat onze waterpomp en onze diepvriezer zouden blijven werken.  Een stroompanne had er namelijk voor gezorgd dat 150 diepgevroren, moeizaam gekweekte kippen weggegooid moesten worden.  Bloed, (veel) zweet en tranen, eindeloos rekenwerk, en onze ingenieurs in spé hadden een windmolen ontworpen.  En toen kwam de pandemie en werden we gerepatrieerd. Voor bijna 10.000 euro materiaal ligt te wachten tot de windmolen afgewerkt kan worden.  En hetzelfde vieze virusje zorgde ervoor dat we in België geen fondsen konden inzamelen.  Geen verkoopstandjes op festivals, geen tapploeg op de Student Kickoff, geen kwis, geen eetdagen, geen vakantieopvang van huisdieren …  Niks. Of toch wel, want we gaan flexibel om met obstakels: een digitale wijnproeverij, take away eetdagen, maar geef toe, het is niet hetzelfde en het resultaat was navenant.  We hopen dat Kristof en Thomas het zien zitten om hun uitvinding verder af te werken.  Eén van hen staat alvast te trappelen om terug een tijdje bij ons te komen meedraaien, en obstakel drie uit te zwaaien.

Nee het is nog niet gedaan. Obstakel vijf komt eraan. We waren voorbereid op een droog en heet klimaat aangezien we ons bevinden in subsahara gebied. Allemaal keurig rekening mee gehouden in het businessplan.  Ok, de waterput was een tegenvaller .. maar waar we ons NOOIT aan verwacht hadden: klimaatgrillen.  Overstromingen, onberijdbare wegen, ondergelopen velden, kippen die niet tot bij de klant geraken omdat de wegen veranderd zijn in modderpoelen of snel stromende rivieren…  Het moment waarop je je begint af te vragen of karma zich tegen je gekeerd heeft. En of je nog veerkracht genoeg hebt om het allemaal om te buigen in iets positiefs.  Of het nog zin heeft …

Maar het is een roeping. In je zwartste momenten overweeg je op te geven.  Maar dat lukt niet. Op één of andere manier blijft het lot van de straatjongens je pad kruisen. En uit het niets komen er lichtpunten.  Want ja, vergis je niet: Le Coquetier Social is heel erg ‘alive and kicking’! Begin dit jaar haalden we een zonnetje in huis: Ablaye, de jongen die er geen twijfel over laat bestaan dat ons werk hier van kapitaal belang is.  Ik kijk elke dag met verbazing naar het potentieel dat er in die jongen zit.  De intelligentie, de wilskracht, de leergierigheid, het respect en de dankbaarheid… Dit is waarom we het doen.  Wacht tot Omar terug hier is. Die twee gaan samen een wereld in beweging zetten.  Nog zo’n jongen die eindeloos respect heeft en alle kansen van de wereld verdient. Hun toekomst start hier.  En zij zullen ervoor zorgen dat er kansen worden gecreëerd voor vele andere jongens.  Het zullen niet allemaal modelleerlingen zijn, maar ze verdienen allemaal een kans.  En soms zitten er diamanten tussen.  Ik maak me sterk dat het jongens zijn zoals Omar en Ablaye die op langere termijn het project gaan overnemen waardoor wij, buitenlanders en buitenstaanders, overbodig worden.  Het project dat beoogde kippen te kweken, en nu voornamelijk groenten kweekt, zal misschien een nog andere wending krijgen.  Het kapitaal zal vroeg of laat integraal uit Senegal komen maar wij moeten ze in gang zetten, en de rest zal volgen.

Wil je helpen om kansen te creëren voor jongeren?  Een extra talibé huisvesten kost 150 euro per maand.  Toekomst in eigen land, daar hebben ze recht op.  Wij hebben allemaal een opleiding gehad, gewoon omdat we in Europa geboren en getogen zijn.  Dat is niet onze eigen verdienste, iemand heeft ervoor gezorgd dat die mogelijkheid er was. We kunnen ervoor zorgen dat ook anderen kansen krijgen op een waardige en zelfstandige toekomst, zonder uitbuiting.