In Ndieguene is de omschakeling van kippenkweek naar groententeelt volop van start gegaan. Het regenseizoen maakt immers zaaien en planten mogelijk, maar is niet geschikt voor het opkweken van kuikens (zoals we vorig jaar hebben geleerd). Top richt nu dus zijn volledige aandacht op het verwerven van landbouwkennis. De buren geven goede raad en er wordt heel wat gediscuteerd over wat de beste teelt zou zijn: Wat is arbeidsintensief? Wat brengt goed op? Zal de teelt op tijd klaar zijn en maximaal gebruik kunnen maken van het hemelwater? Welke zones van het terrein zijn minder vatbaar voor overstroming? Enzoverder. De Afrikanen zeggen soms “It takes a village to raise a child”. Wij kunnen hier bijna zeggen “It takes a village to grow a cabbage ..” . Maar die heerlijke solidariteit zal er mede toe bijdragen dat Le Coquetier een succes wordt.
Als we iets willen planten dat snel groeit dan zijn kolen de voor de hand liggende keuze. Maar we willen wel wat diversiteit, dus werden er ook paprika’s gezaaid en een proefveldje watermeloen. Als onze mango’s het dan nog goed doen, hebben we een redelijk gevarieerd aanbod. Midden in het regenseizoen wordt ook nog bissap gezaaid. Allemaal proefveldjes die ons moeten helpen te beslissen wat werkt en wat niet. En Top zal heel wat ervaring opgedaan hebben om weer door te geven aan de talibés die de opleiding willen volgen in de komende jaren.
In België kregen we inmiddels de medewerking van Ingenieurs Zonder Grenzen (IZG). Zij zenden ook landbouwingenieurs uit die hun kennis inzetten voor goede doelen. Het fysieke uitzenden is in dit Corona-jaar een probleem, maar de samenwerking is wel van start gegaan: de grondplannen zijn doorgestuurd en er werden kandidaten gevonden die in de nabije toekomst mee ter plaatse willen gaan kijken wat de mogelijkheden zijn. Bestuursleden Nina en Evelien kregen – na véél aandringen bij de Senegalese ambassade – vergunning om te reizen en hebben in Ndieguene zoveel mogelijk informatie vergaard over de kwaliteit van de grond en het putwater. IZG gaf testkits mee om de kwaliteit van het water uit de put alvast te testen. Er werden ook stalen mee teruggebracht naar België die dan hier in een labo geanalyseerd kunnen worden. Dat moet allemaal voldoende gegevens opleveren om een goede keuze te kunnen maken in de mogelijke teelten en plantschema’s. De eerste stappen op weg naar een duurzame landbouw zijn gezet.