Alle berichten van Secretaris

Heeft het zin om dingen naar Afrika te sturen? En zo ja, hoe?

Eind 2009 stuurden we voor de tweede keer een container met hulpgoederen naar ons toenmalig project TSX in Dakar. Het kostte ons toen zo veel tijd (en geld) om een deel van de goederen vrij te krijgen van de douane dat we ons afvroegen of dat wel de moeite loonde. Sommige dingen kun je immers beter in Afrika kopen om zo de lokale economie te steunen. Maar anderzijds worden hier dingen naar de vuilnisbelt verbannen die nog zo goed dienst kunnen doen. Ook zijn er dingen die je hier makkelijk kunt kopen maar die in Afrika niet zomaar verkrijgbaar zijn. Een moeilijke evenwichtsoefening.

Zo schonk de Thomas More hogeschool in Mechelen ons een tijdje geleden 20 desktop computers die nog zeer goed werken maar door performantere modellen vervangen werden. Ze werden bij ons gestockeerd, in afwachting van een mogelijkheid om ze naar Senegal te versturen. Ook heel wat andere spullen, die nog zeker hun nut zouden kunnen bewijzen in één van onze projecten, vonden de weg naar onze bestuursleden. Van een leerkracht in het lager onderwijs kreeg Nina bijvoorbeeld een groot schoolbord. Zoiets komt van pas als je een klaslokaal wil inrichten maar stop je niet in je bagage als je zelf reist. Daarvoor is een container nodig.
Omdat we in Le Coquetier Social heel wat mangobomen hebben staan, en mango’s niet lang bewaard kunnen worden, zochten we naar een oplossing om de oogst niet verloren te laten gaan.  Mango’s groeien in Senegal op veel plaatsen in het wild, en de oogsten zijn soms overvloedig, waardoor het niet makkelijk is om de vruchten vers te verkopen.  Bovendien is transport van verse rijpe mango’s niet zo evident.  Het leek ons een goed idee om ze te drogen en zo hun houdbaarheid en transport te vergemakkelijken.  Dus kochten we een professioneel droogtoestel. Brouwland, de firma waarvan we het kochten, stemde ermee in het ons voor de helft van de prijs de verkopen, en we vonden nog een privé sponsor die ook een gedeelte wilde betalen.  Nu hadden we dus ook een groot droogtoestel dat naar Senegal moest. Nogmaals een reden om toch maar weer aan een container te beginnen denken.
Containers versturen is echter een dure aangelegenheid (zoals we in 2009 met scha en schande hadden ontdekt). Uiteindelijk hebben we dan toch besloten dat het nog eens nodig was (want onze stockageplaatsen zaten helemaal vol).  Toevallig wilde Gekko for Africa vzw, een vereniging die ook actief is in Senegal, zelf ook een container versturen.  We bundelden de krachten en besloten samen het transport te regelen en een container te delen.
Dus trokken we met verschillende busjes naar de haven van Antwerpen, waar we, telkens op een zondagochtend om 7u, de hulpgoederen mochten aanleveren. Het was te veel voor één ritje maar uiteindelijk kregen we alles in de haven en in de container.   En toen kwam voor ons nog het beste nieuws: het bestuur van Gekko, die had gehoord hoeveel tegenslagen we dit jaar gehad hebben door de slechte weersomstandigheden, stelde voor om ons gedeelte van de containerkosten voor eigen rekening te nemen.  Daardoor kunnen we het project in Ndièguene terug opbouwen en stilaan de enorme verliezen compenseren die dit jaar door overstromingen en windhozen ontstonden. We zijn hen hiervoor dan ook heel dankbaar!
Ondertussen is de container al toegekomen in Senegal en wordt er hard gewerkt om al het materiaal in onze projecten te krijgen. Laurens, een vrijwilliger die momenteel ter plaatse is en ICT-specialist is, zal nog helpen om al de computers te installeren. Nieuwe computerklassen kunnen zo opgestart worden in Thiès en Ndieguène, maar hierover later zeker nog meer nieuws.

Gelukkig 2030: werelddoelen-dag in Mechelen

Op dinsdag 26 november was het weer verzamelen geblazen in ‘t Arsenaal in Mechelen voor de jaarlijkse werelddoelen-dag ‘Gelukkig 2030’. Dit is een initiatief van de stad Mechelen waar heel wat organisaties van de mondiale raad van Mechelen aan meewerken. Doel is leerlingen uit het derde leerjaar te sensibiliseren over de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s) of, eenvoudiger uitgedrukt, de werelddoelen. Zo’n 400 leerlingen kwamen die dag langs in het theaterhuis. In de klas hadden ze duidelijk al gewerkt aan hun kennis van de werelddoelen en ook het werelddoelenlied kenden ze. Als apotheose werd dit lied dan ook uit volle borst meegezongen bij het gemeenschappelijk moment na de workshops.

Tijdens de workshops konden de klassen op een interactieve manier kennismaken met de projecten die de leden van de mondiale raad ondersteunen. Specifieke aandacht ging naar de manier waarop de leden binnen die projecten aan de werelddoelen werken.

Afractie kon uiteraard niet ontbreken op deze dag. Aan de hand van het verhaal van Omar, bedelkind in Dakar, werden de kinderen meegenomen in zijn dagelijks leven. Hoe hij bedelt, maar ook tussendoor speelt op het strand bijvoorbeeld. Waar hij woont en slaapt. Hoe hij moet overleven. Hoe hij niet naar school kan en wat dit voor hem betekent. Maar ook wat Atax, ondersteund door Afractie, voor hem kan doen. Zowel op het vlak van voeding en verzorging, maar ook op het vlak van spelen en vorming. Hoe het opvanghuis een veilige omgeving is waar hij, samen met zijn vrienden, kan ontspannen en zich vrij kan voelen.

De kinderen kregen daarna de opdracht om in kleine groepjes aan de hand van foto’s de linken te leggen tussen de werking van Atax en de werelddoelen. Het was duidelijk dat ze al een leertraject op het vlak van kennis van de werelddoelen en kinderrechten hadden afgelegd. Ze bleken verbazend vlot de link te kunnen leggen tussen de situaties van de bedelkinderen en de werelddoelen. Het was voor hen zeker ook een reflectie-moment over hun eigen situatie. Dat ze bijvoorbeeld een bed voor zichzelf hebben of elke dag naar school kunnen gaan. Dat er elke dag eten is en dat er voor hen gezorgd wordt.

Afractie vindt het belangrijk om aan deze activiteiten deel te nemen. Het is een manier om op een concrete, interactieve manier kinderen te informeren en te sensibiliseren over de situatie van de talibés in Senegal, maar evengoed werken we op die manier aan de bewustwording van het belang van de werelddoelen voor ieder mens en hoe deze aan elkaar gelinkt zijn. Het is dus samen werken aan een betere wereld.

De workshops duurden tekens 45 minuten. De leerlingen hadden best wel wat , soms ontwapenende, vragen en de tijd vloog voorbij. Veel enthousiasme en dynamiek. Veel interesse in het verhaal van Omar. Veel vingers in de lucht als we vragen stelden.

Mooi dat de stad dit elk jaar organiseert. Tof ook dat er zoveel leden van de mondiale raad aan meewerken. Best wel een vermoeiende dag, maar één die veel voldoening en energie geeft om verder te werken.

Hoe sociale media een wereld van verschil maken voor de talibés

Om de 3 à 4 maanden brengen we een bezoek aan het opvanghuis voor talibés van Djar
Djal in Thies. We waren er opnieuw op vrijdag 13 september. Zo’n bezoek is steeds een
gelegenheid om bij te praten met Pape Loh, de monitor, en met de talibés.

Al vroeg op de dag komen de eerste talibés toe om te ontbijten en te spelen vooraleer ze de baan op gaan om te bedelen. Het feit dat onze collega’s van Nexal Retane, een organisatie die tandhygiëne promoot bij kinderen in Senegal, al een paar keren in het project is langsgekomen laat zijn sporen na: na het eten gaan de talibés uitgebreid aan de slag met hun tandenborstel. Het is blijkbaar een goede gewoonte geworden. Het
zijn dergelijke gedragsmatige veranderingen die Djar Djal wil ondersteunen: gewoonten aankweken die een positieve invloed hebben op het samenleven, de gezondheid en de individuele ontwikkeling. Pape Loh probeert hen via dagdagelijkse activiteiten een paar elementaire gedragsregels bij te brengen, zoals het respecteren van elkaar, het leren uitpraten van conflicten in plaats van macht en agressie te gebruiken, het verzorgen van zichzelf, maar ook bijvoorbeeld het leren omgaan met de hond van het project. Er is sinds kort een nieuwe puppy en voor Senegalese kinderen is dit over het algemeen een uitdaging om hiermee om te gaan. Ze hebben veel schrik van honden, maar behandelen hen ook dikwijls niet goed waardoor je sowieso een verzuurde relatie hebt tussen honden en kinderen. In het project leren ze echter om op een andere manier met honden om te gaan.

Het is vooral ’s morgens druk in het project. Talibés komen en gaan. Op donderdag en vrijdag hebben ze meer ruimte om langer in het project te blijven. Dan moeten sommigen niet gaan bedelen. Vooral de oudere talibés komen dan in de namiddag
samen in het opvanghuis om zaken te bespreken met elkaar en met Pape Loh. Tijdens ons bezoek op vrijdag 13 september ging het vooral over het feit dat oudere talibés veelal niet beschikken over officiële documenten en dat ze daardoor soms smeergeld moeten betalen aan politieagenten als ze gecontroleerd worden. Veel talibés komen van Guinee-Conakry of Guinee-Bissau. Djar Djal ondersteunt hen om, als ze dit wensen, terug te keren naar hun geboorteland en daar hun papieren in orde te krijgen. Veelal is dit geen sinecure omdat ze soms niet weten waar hun familie nu is, of ze effectief
geregistreerd zijn bij hun geboorte, hun leeftijd niet kennen, enz.

Pape Loh geeft wel aan dat de komst van sociale media zoals Facebook en Whatsapp veel heeft veranderd. Djar Djal helpt oudere talibés om een profiel aan te maken op bijvoorbeeld Facebook. Op die manier kunnen ze via via contacten leggen met familie en vrienden uit hun streek van herkomst. Dit maakt ook dat ze veel meer met hun ouders, vrienden of familie kunnen communiceren en ook bijvoorbeeld toestemming kunnen vragen om de daara (koranschool) te verlaten en terug te keren naar huis. Sociale media is voor oudere en ex-talibés een sterk hulpmiddel geworden om contacten te leggen. Vroeger waren ze hiervoor volledig afhankelijk van hun marabout (koranleraar). Om hen bij zich te
houden, deelde hij veelal niet de contactgegevens van de ouders. De sociale media
maken dus een wezenlijk verschil uit voor de talibés. Het verbreedt hun denkwereld en
netwerk. In het opvanghuis kunnen ze gratis van internet gebruik maken. Ze leren er
ook hoe ze de sociale media kunnen gebruiken. Het stimuleert hen om korte teksten te
leren schrijven.

De Thomas More school van Mechelen heeft een 20-tal desktops gedoneerd aan Afractie.
Eind dit jaar worden ze verwacht in Senegal. De desktops worden verdeeld over de
verschillende projecten die Afractie ondersteunt. Op die manier gaan we nog meer
kunnen focussen op het versterken van de digitale competenties van de talibés. Meer
hierover in één van onze volgende nieuwsbrieven!